Saartjie Baartman – La Vénus Noire

Saartjie Baartman was een San (Hottentot). Ze werd vertoond in Londense en Parijse freakshows, van 1810 tot 1815. Vijf jaar na aankomst stierf ze. De Parijse gerenommeerde antropoloog, directeur van het Musée de l’Homme Georges Cuvier was er als de kippen bij om haar lichaam op te eisen. Hij wist wel haar hersens, geslachtsdelen en poep op sterk water te zetten, maar nam niet de moeite om de doodsoorzaak te achterhalen. Zo kreeg hij uiteindelijk haar geslachtsdelen in bezit, die ze hem bij leven geweigerd had te tonen.

De Film

‘Afgrijselijk! Zo afgrijselijk’ luiden Kurtz’ laatste woorden in Joseph Conrad’s roman Hart der duisternis. Die woorden golven door me heen tijdens de film ‘La Vénus Noire’. Het is een ellenlange, misselijkmakende draaikolk van misbruik, vernedering, mishandeling van een tentoongestelde vrouw, gebaseerd op het waar gebeurde verhaal van Saartjie Baartman.

Geen mogelijkheid om te ontsnappen in deze film, geen greintje hoop, we moeten de gruwel ondergaan tot het bittere eind. In close-up.

Na afloop spreek ik mijn twijfels uit of de film historisch adequaat is; was Saartjie Baartman echt verslaafd aan alcohol? Is ze in de Parijse prostitutie terechtgekomen? Had ze een venerische ziekte?

Ik verwijt de filmmaker Abdellatif Kechiche dat er geen historisch research-team op de aftiteling staat. Dat hij die dingen verzonnen heeft om zijn dégout uit te drukken. Dat hij zich zelf slachtoffer voelt.

Eigenlijk ben ik gewoon kwaad en gekwetst omdat de film te hard is om te verteren.

Maar: wat had Kechiche dan moeten maken? Een happy end-film? Hoopgevend?

Feit is, dat Saartjie Baartman, jong en gezond, uit Zuid-Afika vertrok naar Europa en vijf jaar later dood was. Dus we hebben niet goed voor haar gezorgd. En ze moest een vernederende show opvoeren, en ze werd door wetenschappers onderzocht maar wilde haar schaamlippen niet tonen. De opeenstapeling van wat we wel weten is eigenlijk wel voldoende om de rest in te vullen met ander afgrijselijk gedachtengoed.

De film duwt ons als een puppie met de neus in de eigen uitwerpselen. ‘Ons’ is hier het westers publiek. Of: de film speelt handig in op ons altijd parate schuldgevoel?

Hij doet dat door in close-up de blik van het Westerse publiek te filmen: verbazing, verwondering, nieuwsgierigheid, misprijzen, afgrijzen, angst, lust. Tov het object ‘Venus noire’. En onverschilligheid tov de persoon Saartjie.

Kechiche lijkt me woedend. In het interview in Cinémotions vertelt hij dat hij als arabisch acteur in Frankrijk rollen moest invullen die de vooroordelen, ttz de reducerende blik, bevestigden. Die blik heeft hij willen analyseren in de film.

Aline met wie ik de film zag, vraagt me: en hoe zie je deze film tov je project?
O gott! Ik wil een tegengesteld beeld tonen, met ook een deel verontwaardiging, ja, maar ook veel anders! (wordt vervolgd)

 

Boek : L’énigme de la Vénus Hottentote

Ergerlijk boek omdat het, waar het feitenmateriaal mist, de pagina’s vult met ‘En wat als Saartjie nu dit of dat dacht/ deed?’ ‘Misschien is er dat en dat gebeurd en dan zou ze zus en zo hebben gereageerd’. En er is niet veel feitenmateriaal, eigenlijk. Dus al lezend moet je proberen de feiten er tussenuit te filteren. Voor mij kan dit in een fictie-boek, maar niet in geschiedschrijving!

Toch is dit het boek waar iedereen naar verwijst als het over Saartjie Baartman gaat. Bij gebrek aan beter neem ik aan.

 

Documentaire Film : On l’appelait la Vénus Hottentote

Een reconstructie van de lotgevallen van Saartjie Baartman, aan de hand van foto’s, tekeningen, tekst, en analyses via interviews met vijf specialisten. Interessante film. Ik ben ook heel gelukkig dat ik hem mocht lenen van het personeel van de médiathèque du Quay Branly in Parijs. Ze hebben hem enkel op video en hadden geen lecteur ter plaatse.

Dé clou aan het eind blijkt dat de genitaliën en hersenen van Saartjie Baartman, in bokalen op sterk water, zoek zijn. Ze zitten niet langer in het Musée de l’Homme. Zijn ze misschien in L’institut du jardin des plantes? In ieder geval concludeert de film dat het slecht is voor iedereens spirit, dat er nog ergens resten zijn…